Verdwaald in de ETF-jungle? Hier is uw kompas
Keytrade Bank
keytradebank.be
23 oktober 2025
3 minuten te lezen
De opkomst van ETF's heeft beleggen democratisch gemaakt. Maar ondertussen zijn er zoveel dat u het noorden kunt kwijtraken. Deze 10 criteria helpen u om uw weg te vinden in de overvloed.
De ETF-markt heeft een opmerkelijke mijlpaal bereikt: in de VS zijn er nu meer ETF's (4.300) dan individuele beursgenoteerde aandelen (4.200) (bron). Die groei is op zich geen toeval. Exchange Traded Funds bieden beleggers een unieke combinatie van voordelen: de diversificatie van een klassiek beleggingsfonds, de flexibiliteit van een individueel aandeel, en dat alles tegen relatief lage kosten.
Maar de boom in ETF’s komt stilaan ook met enkele bijwerkingen. Alleen al in de eerste helft van 2025 werden in de VS liefst 469 ETF's gelanceerd (bron). Er zijn vandaag ETF’s voor nagenoeg alles: meme-ETF’s, woke-ETF’s, anti-woke ETF’s … Deze overvloed creëert paradoxaal genoeg een nieuw probleem: hoe kiest u de juiste ETF wanneer het aanbod zo overweldigend is? Want hoewel ETF's oorspronkelijk bedoeld waren om beleggen eenvoudiger te maken, kan de selectie vandaag best ingewikkeld zijn.
Van ETF's tot ETC's en ETN's: ontdek meer over de verschillende soorten trackers
New kids on the block
Dat is niet de enige uitdaging. Terwijl er steeds meer ETF's zijn, moeten de uitgevers harder hun best doen om zich te onderscheiden. De jongste jaren kwamen dan ook heel wat ‘exotische’ ETF's op de markt, zoals:
- Hefboom-ETF’s, die een koersbeweging van een index vermenigvuldigen (zowel winst als verlies).
- Inverse ETF’s, die inspelen op een daling van een index: ze stijgen als de markt daalt.
- Actief beheerde ETF’s, waarbij beheerders proberen beter te presteren dan de index.
- Single-stock-ETF’s, die slechts één aandeel repliceren en zo het idee van diversificatie volledig loslaten.
Voor veel beleggers houdt dat het risico in dat ze investeren in producten die ze niet meer volledig begrijpen. Daarom loont het om vooraf te weten waar u precies op moet letten. Hieronder vindt u 10 criteria om de juiste ETF te kiezen.
10 criteria bij het kiezen van een ETF
1. De onderliggende index of strategie
Als u zoekt op Amerikaanse aandelen, zal u niet alleen ETF's vinden die de S&P 500 volgen, maar wellicht ook Amerikaanse smallcaps, Amerikaanse dividendaandelen, enzovoort. Kijk grondig na in welke index de ETF precies belegt. Dat bepaalt waarin u uiteindelijk belegt. Twee ETF’s die een index volgen met een vergelijkbare naam kunnen heel anders samengesteld zijn. Zo bevat de MSCI World bijvoorbeeld géén groeilanden, terwijl de FTSE All-World die wel meeneemt. En zelfs binnen sectorindices kunnen de wegingen sterk verschillen afhankelijk van de aanbieder.
Controleer daarom altijd wat er onder de motorkap zit. Op de website van de uitgever kunt u de ‘portfolio composition file’ of holdingslijst raadplegen. Zo ziet u exact in welke bedrijven en in welke verhoudingen uw geld belegd wordt, en vermijdt u verrassingen.
2. Total Expense Ratio of totale kostenratio (TER)
De Total Expense Ratio is het jaarlijkse kostenpercentage dat van uw belegging wordt afgetrokken. Bij ETF's ligt dit doorgaans tussen 0,05% en 0,75%. Voor brede, populaire indices zoals de S&P 500 vindt u vaak ETF's met een TER onder de 0,10 %, terwijl nicheproducten duurder kunnen zijn. Hou er rekening mee dat zelfs een klein verschil in kosten op langere termijn een groot verschil kan maken door het effect van samengestelde rente. Goed om te weten: de TER is niet het enige kostenelement - denk aan wisselkoerskosten - maar wel de meest transparante.
3. Replicatiemethode: fysiek of synthetisch
Er zijn twee hoofdmethoden waarop een ETF een index kan navolgen:
Fysieke replicatie: de ETF koopt daadwerkelijk (een deel of een representatieve selectie van) de aandelen in de index. Dit is transparant en intuïtief, maar kan bij sommige indices (met veel componenten of illiquide markten) praktisch uitdagend en duurder zijn.
Synthetische replicatie: de ETF gebruikt derivaten (swaps) om het rendement van de index na te bootsen, zonder de onderliggende effecten te bezitten. Dit kan efficiënter zijn voor complexe indices, maar komt met een tegenpartijrisico. Bij synthetische ETF’s zit u niet rechtstreeks in de onderliggende aandelen, maar vertrouwt u op de financiële belofte van een derde partij. Als die partij in gebreke blijft, kan dat problemen veroorzaken.
Voor de meeste beleggers genieten fysiek replicerende ETF's de voorkeur, simpelweg omdat ze transparanter en begrijpelijker zijn.
4. Dividendbeleid: distributie of accumulatie
ETF's kunnen op twee manieren omgaan met dividenden van de onderliggende aandelen:
Distribuerende ETF's keren dividenden uit aan aandeelhouders. Dit is interessant als u een inkomen uit uw beleggingen wil genereren. Let wel: op deze dividenden betaalt u in principe roerende voorheffing.
Accumulerende (of kapitaliserende) ETF's herbeleggen dividenden automatisch. Dit is fiscaal vaak voordeliger omdat u geen roerende voorheffing betaalt op uitgekeerde dividenden, en u profiteert maximaal van het rente-op-rente effect.
Voor de meeste langetermijnbeleggers zijn accumulerende ETF's wellicht de betere keuze, zeker vanuit Belgisch fiscaal perspectief.
5. Actief, passief of een combinatie?
ETF’s zijn lang beschouwd als puur passieve producten: ze volgen een index zo nauwkeurig mogelijk, zonder tussenkomst van een beheerder. Maar intussen bestaan ook actief beheerde ETF’s. Daarbij beslist een professioneel team welke effecten in het fonds worden opgenomen, met als doel beter te presteren dan de referentie-index.
Actieve ETF’s bieden meer flexibiliteit, maar meestal ook hogere kosten en minder voorspelbaarheid. Passieve ETF’s zijn doorgaans goedkoper, transparanter en makkelijker te begrijpen.
Er bestaat geen ‘beste’ keuze. Veel beleggers combineren beide: passieve ETF’s als stabiele kern in hun portefeuille, en eventueel een paar actieve ETF’s als satellieten voor specifieke overtuigingen of thema’s.
6. Fondsomvang en liquiditeit
Bij een ETF met een heel klein beheerd vermogen is het risico op sluiting groter. Bovendien hebben kleinere ETF's vaak bredere bid-ask spreads, wat betekent dat u meer betaalt bij aan- en verkoop.
Kijk daarom naar:
- Het fondsvermogen: bij voorkeur minstens 100-200 miljoen euro.
- Het gemiddelde handelsvolume: dit geeft aan hoe makkelijk u uw posities kunt openen en sluiten.
- De bid-ask spread: het verschil tussen de aankoop- en verkoopprijs; hoe smaller, hoe beter.
7. Tracking difference en tracking error
Geen enkele ETF volgt zijn index perfect. De tracking difference is het verschil tussen het rendement van de ETF en de index over een bepaalde periode. Idealiter is deze negatief maar klein (de ETF presteert iets minder door kosten).
De tracking error meet de volatiliteit van dit verschil. Een hoge tracking error betekent dat het rendement onvoorspelbaar afwijkt van de index, wat onwenselijk is. Zoek ETF's met een lage tracking error (onder de 0,5%) voor de meest betrouwbare index-replicatie.
8. Domicilie en fiscale status
Voor Belgische beleggers is het belangrijk om te weten waar de ETF gedomicilieerd is. De meeste Europese ETF's zijn gevestigd in Ierland of Luxemburg, wat fiscaal gunstig is vanwege verdragen die dubbele belasting op dividenden helpen vermijden.
Daarnaast is er nog een praktisch punt: door de Europese regelgeving mag u enkel handelen in ETF’s die beschikken over een Europese KID (Key Information Document). Veel Amerikaanse ETF’s noteren enkel op de Amerikaanse markt en hebben géén zo'n Europese KID.
9. De uitgever
De uitgever is het bedrijf dat de ETF aanbiedt en beheert. Denk aan namen als iShares (BlackRock), Vanguard, Amundi, Xtrackers of Invesco. Vooral voor de kern van uw portefeuille kan het verstandig zijn om te kiezen voor een uitgever met een sterke reputatie, ruime ervaring en voldoende schaalgrootte.
Een gevestigde uitgever biedt doorgaans:
- meer stabiliteit (minder kans dat de ETF wordt opgedoekt),
- striktere risicobeheersing,
- betere liquiditeit door een groter beleggerspubliek.
Dat betekent niet dat nieuwere aanbieders onbetrouwbaar zijn, maar bij kernposities kan reputatie en schaalgrootte het verschil maken.
10. Analistenratings
Veel ETF’s worden beoordeeld door onafhankelijke onderzoeksbureaus zoals Morningstar of Lipper. Deze ratings zeggen niets over het toekomstig rendement, maar geven wel inzicht in de kwaliteit van het beheer, de kostenstructuur, en hoe efficiënt de ETF zijn index volgt in vergelijking met soortgelijke producten.
Zo’n rating kan een nuttig hulpmiddel zijn om gelijkaardige ETF’s te vergelijken, zeker wanneer ze op het eerste gezicht bijna identiek lijken. Gebruik ze als extra referentiepunt.
Tot slot: eenvoud troef?
Voor het merendeel van de hangmatbeleggers is de meest geschikte ETF-portefeuille vaak de eenvoudigste: een handvol breed gespreide, goedkope, accumulerende ETF's die u jarenlang met rust laat.
Warren Buffett adviseerde ooit dat de gemiddelde belegger simpelweg een S&P 500-tracker zou moeten kopen. Voor Europese beleggers is het moderne equivalent een ETF die de MSCI World of FTSE All-World volgt. Alles daarboven is optioneel en vereist meer kennis, tijd en betrokkenheid.
Raadpleeg vóór u belegt de belangrijkste kenmerken en risico’s van financiële instrumenten.


