Wat te doen tijdens de volgende beurscrash?

Keytrade Bank logo

Keytrade Bank

keytradebank.be

Ik had een voorkeur voor de titel ‘Wat te doen vóór de volgende beurscrash?’. Een artikel met die titel lijkt een pak nuttiger en zou zeker meer lezers lokken. Het zou tevens korter zijn. Ik zou de centrale boodschap enkele keren herhalen en met wat cijfers ondersteunen. Die luidt: ‘Verlies vooral uw hoofd niet’.

Mijn advies zou dan dus zijn: blijf zitten. De Niagara-waterval van de beurs is immers niet dezelfde als de echte cascade. Indien u die nadert daar tussen Canada en de VS, zou ik zonder verpinken het tegendeel adviseren: stap uit de boot.

Iemand die uit aandelen stapt telkens als een of andere doemprofeet de komst van de volgende crash aankondigt, zou in de voorbije tien jaar nooit aandelen gekocht hebben. Die zou dus de return van 140% tussen december 2008 en nu helemaal gemist hebben. Niet dat het in de voorbije vier jaar zo vlot ging in Brussel. De Bel20-index gaat al jaren nergens naartoe. 3.400 punten vandaag, of daaromtrent? Bijna vier jaar geleden was hij ook 3.400 punten waard. Vooral dit 2018 was een rotjaar voor Belgische beleggers. We maakten een barre herfst mee, een ijzige winter, een lusteloze lente en een somber decemberbegin. De Bel20 noteert nu circa 10 procent onder zijn peil van vorig Nieuwjaar.

Nochtans: van een crash kunnen we nog altijd niet spreken. Die blijft al jaren uit – binnenkort vieren we misschien ‘tien crashvrije jaren’. Velen van jullie, en jullie zijn logischerwijs met almaar meer, maakten nog nooit een heuse crash mee.

Voor jullie, de crashleken, kreeg ik, overlevende van meerdere crashes, de opdracht zo goed mogelijk uit te leggen: wat is een beurscrash? Wat gebeurt er op zulke momenten en hoe gedragen we ons dan het best?

Laten we het vergelijken met een gebouw dat vuur vat. Het aantal slachtoffers van zo’n ramp hangt af van drie factoren: de brandbaarheid van het gebouw, het aantal mensen dat in het gebouw aanwezig is, en het aantal dat per minuut het gebouw kan verlaten. Die laatste factor is afhankelijk van het aantal uitgangen en de grootte ervan, maar is moeilijk te bepalen: u ziet van hier dat mensen niet rustig en gedisciplineerd een brandend huis zullen verlaten. Er zal paniek zijn. Om die factor te bepalen is dus een studie nodig van hoe een doorsnee mens zich in panieksituaties gedraagt. Hoe doe je dat? En wat is dat eigenlijk, een doorsnee mens?

Kortom: niemand weet hoe de volgende ramp verloopt.

De parallel met de financiële markten is duidelijk. Het aantal deelnemers op de beurs is te vergelijken met het aantal mensen in het gebouw. De verkoopbaarheid op elk moment van de sessie (de liquiditeit: kan ik altijd een redelijk groot pakket tegen een billijke prijs verkopen zonder die prijs te kelderen?) is een proxy voor de snelheid waarmee op een ordelijke manier het huis ontruimd kan worden. En de brandbaarheid van het gebouw? Donald Trump zeult nogal wat brandbaar materiaal binnen, maar de meest ontvlambare materie is de mate waarin grote spelers verplicht worden te verkopen om elders putten te delgen. En u weet: hoe beter het gebouw kan branden, hoe minder tijd er is om het te ontruimen.

Natuurlijk, op de beurs staan geen mensenlevens op het spel, enkel rendementen. Maar voor het overige is een brandende beurs hachelijker dan een brandend huis. Het is niet omdat een huis brandt, dat de uitgangen tegelijk beginnen te krimpen. Op een brandende beurs zijn de exitmogelijkheden wel degelijk plots beperkt. De liquiditeit droogt op, u vindt geen kopers meer die nog een aanvaardbare prijs willen betalen voor uw aandelen. Het brandbaar materiaal in dat huis wordt niet plots stukken brandbaarder omdat het brandt. Op de beurs wel: verkoopproblemen leiden tot een cascade van nog grotere verkoopproblemen. Er zitten niet plots meer mensen in het huis omdat het brandt. Op de beurs wel: een crash in een bepaalde deelmarkt leidt vaak tot crashes in andere markten. De vlammen slaan over, waardoor een hele buurt in brand staat. Of, zoals in 2008: de hele wereld.

Dus ja, crashes zijn vernietigend. Jammer dus dat ze volstrekt onvoorspelbaar zijn. Dubbel jammer dat we even paniekerig reageren als mensen in een brandend huis. Alan Greenspan, die pas enkele maanden voorzitter van de Amerikaanse centrale bank was toen Wall Street in 1987 crashte, was toen de bevoorrechte getuige van zeer enge taferelen: ‘Meerdere ervaren topbeleggers vertelden me dat ze op die fatale 19de oktober tegen absurd lage prijzen hun aandelen verkochten, ook al begrepen ze dat zulks de totaal verkeerde strategie was. Maar het was sterker dan henzelf. De fysieke pijn die ze voelden bij het wegsmelten van hun vermogen was te zwaar om dragen. Dan liever verlossing zoeken door weg te vluchten.’

‘Probeer de crash te relativeren’, het is een wat makkelijk advies als je middenin de ontredderende chaos zit. Maar onthoud dan toch tenminste dit: de beurshausse voordien is altijd groter dan de crash zelf. De statistieken na en vooral voor de crashes van 2008, 2002 en 1987 suggereren dat de crash meemaken hoe dan ook beter is dan niét in aandelen te beleggen.

Greenspan berekende de gemiddelde jaarlijkse return in de vijf jaar voor de crashes van:

1929: 28%

1987: 24%

2000: 20%

2007: 12%.

Gemiddeld dus: 21%. Of een rendement over vijf jaar van 159%. Of nog: 100 euro belegd vijf jaar voor de crash, is net voor de crash 259 euro waard. De beurskoersen zouden 61% moeten crashen om die winst van 159 euro volledig teniet te doen.

61%, dat is geen gewone crash meer. Bovendien, als u een betrouwbaar beurssysteem volgt dat u relatief tijdig doet verkopen, zult u nooit, bij geen enkele crash, een dergelijk groot verlies slikken. Nu ja, we zeggen hier nooit nooit. Als de wereld vergaat, vergaat immers alles, nietwaar? Inderdaad. En als het zo ver komt, zal de crash allicht de minste van uw zorgen zijn.

Overigens zijn crisissen opportuniteiten, zeker op de beurs. Proficiat als u die wijsheid tijdens de crash kunt onthouden, want dan bent u een van de enigen. De meesten zien namelijk de beurs als een Niagara-waterval en stappen uit. Elke beurscrash wordt pas achteraf als een opportuniteit beschouwd, terwijl de volgende steevast als een risico wordt bekeken.

Ik moet afronden. Tijd voor de concrete ‘wat te doen’-tips.

Voor de crash: diversifieer voldoende, neem tijdig wat winst van tafel, verkoop de verliezers, volg een deugdelijk systeem. Vooral: houd altijd cash achter de hand, om te kopen na de crash. Na regen komt zonneschijn.

Tijdens de crash: zit stil. Het doet me denken aan de affiches uit de jaren 50 en 60 over wat te doen tijdens een onverwachte kernaanval: ook toen was het beste idee de aarde niet te verlaten, en vooral: DON’T LOSE YOUR HEAD!

Pierre Huylenbroeck is de auteur van 'Iedereen belegger' en uitgever van Mister Market Magazine, boordevol beursinzichten en een door de abonnees te volgen reële portefeuille die in de voorbije 22 jaar een jaarlijks gemiddelde return van 12,3% realiseerde.

Deze communicatie bevat geen beleggingsadvies of aanbeveling, noch een financiële analyse. Niets in deze communicatie mag worden geïnterpreteerd als zijnde informatie met contractuele waarde van eender welke aard. Deze communicatie is uitsluitend ter informatie bedoeld. Keytrade Bank kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eender welke beslissing op basis van de informatie die deze communicatie bevat, noch voor het gebruik ervan door derden. Gelieve u in te lichten voor u in financiële instrumenten belegt. Lees daarom aandachtig het document "Overzicht van de belangrijkste kenmerken en risico’s van financiële instrumenten" bij documenten op keytradebank.be.

Andere artikels die u mogelijk interesseren