Wealth report 2025: interview met de onderzoekers

Het Vermogensrapport brengt de vermogens van de Belgische huishoudens in beeld. Wat moeten we onthouden over de welvaart van de gezinnen in ons land? Onderzoekers Margaux Bearelle (doctoraatsstudent, vakgroep Economie, UGent) en Koen Inghelbrecht (professor Finance, vakgroep Economie, UGent) zoomen in op de opvallendste resultaten uit het vermogensonderzoek.

Wat zijn de belangrijkste lessen die jullie trekken uit het Vermogensrapport?

“Het mediaanvermogen van de Belgische huishoudens groeide in 2025 met 11,2%, naar 277.231 euro. De groei overtrof ruim de inflatie, waardoor de meeste huishoudens hun koopkracht en hun welvaart zagen toenemen. De vermogensopbouw is echter ongelijk verdeeld. Huishoudens met hogere vermogens haalden ook hogere winsten in absolute cijfers, zodat de bestaande verschillen verder versterkt werden.”

“De fameuze baksteen in de maag is een cliché, maar zoals bij de meeste clichés zit er een grond van waarheid in. Woonbezit maakt veruit het grootste deel van het vermogen van de Belgische gezinnen uit. Bij de jongere huishoudens blijkt vastgoed nog belangrijker, zowel de eerste woning als ander onroerend goed. Ze sparen ook vooral voor een eigen woning en dragen een hogere hypotheekschuld dan oudere huishoudens. Bij de oudere huishoudens groeit het aandeel van de financiële activa in het vermogen.”

“De meeste Belgische huishoudens werden rijker, maar ook de vermogensverschillen werden groter.”

Als jullie vergelijken met het vermogensrapport van 2024, welke trends en evoluties vallen dan op?

“De Belgische huishoudens pasten hun financiële strategieën aan als reactie op de veranderende economische omstandigheden. Bij het vastgoed en andere materiële bezittingen zien we een lichte daling in het bezit van een eerste woning. Appartementen en grond zitten dan weer in de lift, de mediaanwaarde van appartementen nam ook het sterkst toe. Ook het aantal leningen voor de aankoop van secundaire woningen steeg.”

“Bij de financiële activa zijn de verschuivingen in het investeringsgedrag uitgesprokener. Vooral de termijnrekeningen stijgen. De banken hebben hun termijnrekeningen aantrekkelijker gemaakt door hogere rentevoeten aan te bieden, in een poging om het vrijgekomen kapitaal van de staatsbon aan te trekken. Het bezit van obligaties daalde dan weer sterk. Dat komt doordat het geld dat de Belgen in staatsobligaties staken in 2024 dus naar andere financiële producten ging.”

Waar gingen de miljarden van de staatsbon naartoe?

“Eén op vijf Belgen nam deel aan de uitgifte van de staatsbon in 2023. Dat was enorm, met dank aan de hoge rente, het fiscale voordeel en de korte looptijd. Toen de staatsbon na één jaar afliep, herinvesteerde maar 31% van de deelnemers opnieuw in vergelijkbare obligaties. De meeste huishoudens stapten over naar spaarrekeningen (46%) en termijnrekeningen (33%). Een veel kleiner percentage ging naar risicovollere investeringen zoals aandelen (6%) of vastgoed (3%).”

“De populariteit van de staatsbon en de investeringskeuze na het aflopen van de obligatie illustreren de risico-aversie van veel Belgische huishoudens. 93% van de gezinnen geeft de voorkeur aan investeringen met een laag of gemiddeld risico.”

Is crypto ondertussen echt doorgebroken?

“Investeringen in cryptomunten blijven toch eerder een niche. 7% van de huishoudens investeert in crypto, vorig jaar was dat nog 6%. Dat wijst op een voorzichtige adoptie van digitale activa, maar de interesse blijft toch nog altijd relatief beperkt. Ze concentreert zich ook overwegend bij jongere leeftijdsgroepen.”