5 mythes over duurzaam beleggen

logo

Keytrade Bank

keytradebank.be

Mythe 1: De aankoop- en beheerkosten zijn hoger bij duurzaam beleggen

Koopt u duurzame producten in de supermarkt, zoals biobrood of biofruit? Dan kosten dat brood en fruit vaak meer dan hun gewone tegenhangers. Dat fenomeen ziet u niet alleen in de supermarkt. Of het nu gaat om groene stroom versus grijze stroom, een elektrische wagen versus een benzinewagen of biologisch katoen versus gewoon katoen: ‘duurzaam’ associëren we doorgaans met ‘duurder’.

Hoewel dat in de supermarkt of in de showroom van uw autodealer meestal zo is, is de realiteit bij duurzaam beleggen een stuk genuanceerder. Duurzaam beleggen betekent niet noodzakelijk ‘duurder beleggen’. In de beginjaren was dat wél het geval, toen duurzame beleggingsoplossingen vooral door gespecialiseerde fondshuizen werden aangeboden tegen hoger dan gemiddelde kosten. Vandaag zijn duurzame fondsen en trackers gemeengoed en is er van een algemene meerkost geen sprake meer. De kosten van ESG-fondsen zijn meestal zelfs lager, wijst onderzoek van Morningstar uit.

Mythe 2: Duurzaam beleggen is goed voor waarden, niet voor waarde

Duurzaam beleggen rendeert minder: het is wellicht een van de meest hardnekkige vooroordelen. Beweren dat duurzaam beleggen altijd beter rendeert dan niet-duurzaam beleggen, is onzin. Maar u kan wel al met heel hoge zekerheid stellen dat het rendement bij duurzaam beleggen over het algemeen niet hoeft onder te doen voor klassiek beleggen:

  • In 2015 analyseerden onderzoekers 2.200 studies waaruit bleek dat er in 90% van de gevallen geen negatief verband was tussen ESG-beleggen en rendement (ESG staat voor Environmental, Social en Governance - zeg maar beleggingscriteria die rekening houden met mens, milieu en maatschappij).
  • In 2019 onderzocht Morningstar 56 ESG-beursindexen en vergeleek die met hun niet-ESG-tegenhangers: sinds de start presteerde 73% van de ESG-beursindexen beter dan hun niet-ESG-tegenhangers.
  • ESG-beleggingsfondsen presteerden tijdens het eerste jaar van de coronacrisis beter dan de S&P500, rapporteerde S&P global in april 2021.

Mythe 3: Duurzaam beleggen betekent niet beleggen in tabak en wapens

Controversiële aandelen (gokbedrijven, wapenfabrikanten, oliemaatschappijen) uit uw portefeuille weren? Dat is één manier om duurzaam te beleggen. Het uitsluiten van bepaalde sectoren is vaak een basisstrategie. Maar het is lang niet de enige manier.

  • Portefeuillebeheerders kunnen ook gebruik maken van een strategie die best in class wordt genoemd. Bedrijven met een hogere ESG-score krijgen dan de voorkeur boven hun sectorgenoten met een lagere score.
  • Een andere strategie is thematisch beleggen. Hierbij wordt belegd in ondernemingen die baat hebben bij bepaalde duurzaamheidsthema's, zoals klimaatverandering.
  • Bij impact investing streeft u naast een financieel rendement ook een positieve impact na voor de mens, milieu en maatschappij.
  • Activisme is een andere manier om duurzaam te beleggen. Hierbij gaan aandeelhouders in gesprek met het management van een onderneming, om op het duurzaamheidsbeleid te wegen. Aandeelhouders gebruiken ook hun stemrechten om beslissingen te steunen of te blokkeren.

Mythe 4: Duurzaam beleggen werkt alleen voor aandelen

Beleggers focussen traditioneel meer op aandelen dan op obligaties als het aankomt op duurzaam beleggen. Een verklaring is dat obligatiehouders geen stemrechten hebben en op die manier niet kunnen doorwegen op het duurzaamheidsbeleid. Een andere verklaring is dat obligatiehouders weliswaar in dialoog kunnen gaan met bedrijven, maar voor wie in de gigantische markt van overheidsobligaties belegt is het minder evident om aan te bellen bij het Witte Huis of de Wetstraat. Toch houden die argumenten vandaag steeds minder steek. Net als voor aandelen is er voor obligaties steeds meer ESG-data beschikbaar om weloverwogen keuzes te maken.

Volgens projecties zou de uitgifte van duurzame obligaties in 2021 de grens van 1.000 miljard USD passeren. Op de obligatiemarkt nemen vooral green bonds of groene obligaties een belangrijke rol op. Met een green bond investeert u duurzame projecten, zoals in leningen voor energiezuinig vastgoed, investeringen in openbaar vervoer of fietsinfrastructuur en de aanleg van windmolenparken. Die markt komt zowel voor bedrijfs- als overheidsobligaties fors op, net als de markt voor social bonds of sociale obligaties. Die financieren projecten die ten goede komen aan de bevolking, zoals investeringen voor kinderopvang of ouderenzorg.

Mythe 5: Het is allemaal greenwashing

Ook bedrijven zijn zich bewust geworden van de stijgende populariteit van ESG. Duurzaamheid is een woord dat graag gebruikt wordt, en helaas soms ook misbruikt. Hetzelfde geldt bij duurzame beleggingen. Greenwashing, pinkwashing of bluewashing: het is niet altijd duidelijk hoe duurzaam een duurzaam fonds of tracker in realiteit echt is.

Een grote uitdaging is het gebrek aan gemeenschappelijke definities. Er zijn verschillende ratingbureaus die de duurzaamheid van bedrijven en overheden meten. Maar elk hebben ze een eigen set aan meetpunten en een eigen filosofie. Met zo'n diversiteit in de ratings zelf, de gebruikte scoringscriteria, en vervolgens de interpretatie van deze datapunten, is het niet verwonderlijk dat sommigen sceptisch zijn als ze naar ESG-beleggingen kijken.

Gelukkig hebben beleidsmakers in Europa dat ook ingezien. Financiële producten (zoals beleggingsfondsen) die in de EU worden aangeboden, moeten sinds maart 2021 ingedeeld worden in één van deze drie categorieën:

  • Niet-duurzame financiële producten die geen doelstellingen op vlak van duurzaamheid hebben (zoals bedoeld in artikel 6 van de Europese verordening).
  • Financiële producten met ESG-kenmerken die geen specifieke duurzaamheidsdoelstellingen hebben, maar door hun beleggingsbeleid wel rekening houden met aspecten op het vlak van milieu (Environmental), maatschappij (Social) of goed bestuur (Governance), zoals bedoeld in artikel 8. Deze producten passen uitsluitingscriteria toe en integreren ESG in hun beleggingsproces.
  • Duurzame financiële producten streven een echte duurzaamheidsdoelstelling na, wat betekent dat zij een positief effect willen hebben op mens, milieu en samenleving (zoals bedoeld in artikel 9).

Enkel producten in de derde categorie mogen zich dus voortaan ‘duurzaam’ noemen. Deze classificatie is een eerste stap om het aanbod transparanter te maken, maar volmaakt is het nog niet.

Wil u zeker weten of een belegging die als duurzaam, sustainable, ESG, … voorgesteld wordt, effectief past binnen uw definitie van duurzaamheid? Dan doet u er goed aan om eerst het beleggingsbeleid van een fonds of tracker door te nemen. Deze informatie vindt u in het Key Investor Information Document, het prospectus en aanvullend in de laatste periodieke verslagen.

Deze communicatie bevat geen beleggingsadvies of aanbeveling, noch een financiële analyse. Niets in deze communicatie mag worden geïnterpreteerd als zijnde informatie met contractuele waarde van eender welke aard. Deze communicatie is uitsluitend ter informatie bedoeld. Keytrade Bank kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eender welke beslissing op basis van de informatie die deze communicatie bevat, noch voor het gebruik ervan door derden. Gelieve u in te lichten voor u in financiële instrumenten belegt. Lees daarom aandachtig het document "Overzicht van de belangrijkste kenmerken en risico’s van financiële instrumenten" in het Document center op keytradebank.be.

Andere artikels die u mogelijk interesseren